Technologie van Huawei drukt zijn stempel op cruciale onderdelen van 5G-techniek. Zo verandert de handelsoorlog in een patentenoorlog. Nog voordat de lancering van het 5G netwerk, speelt er op de achtergrond een hevig gevecht over de vraag wie de nieuwe mobiele netwerktechnologie eigenlijk bedacht heeft.
In Europa diende het Chinese telecombedrijf Huawei 3.524 patentaanvragen in, veel meer dan Europese of Amerikaanse bedrijven. Huawei leidt de ranglijst van het Europese octrooibureau EPO en lijkt meer standaardpatenten voor 5G te verwerven dan concurrenten Nokia en Ericsson. Andere telefoon- en netwerkfabrikanten kunnen dus niet om de Chinese techniek heen.
Normaliter wisselen bedrijven zulke cruciale onderdelen met gesloten portemonnee met elkaar uit, of vragen anderszins ‘redelijke’ tarieven voor licenties. Zo blijven nieuwe producten betaalbaar. Experts op het gebied van patenten waarschuwen dat de handelsoorlog tussen de VS en China deze werkwijze verstoort: als Huawei’s afzetmarkt voor netwerkapparatuur en telefoons op grote schaal geblokkeerd wordt, zal het bedrijf proberen de investeringen in 5G terug te verdienen via licenties. Dat leidt tot hogere prijzen in de hele sector. Via patenten houdt China toch greep op de Europese en Amerikaanse netwerken – ook in landen waar Huawei geweerd wordt.
5G-techniek stelt mobiele netwerken in staat op grote schaal apparaten met internet te verbinden, met dataverkeer op hogere snelheden dan nu mogelijk is. De techniek is echter nog niet ‘af’: de 5G-netwerken die nu aangelegd worden zijn voorlopers van supersnelle, extra betrouwbare netwerken die de maatschappij en industrie verder zullen digitaliseren.
Voor de meest veeleisende toepassingen is 5G voorlopig niet geschikt. Wel wordt gewerkt aan de techniek om dat mogelijk te maken. Chinese bedrijven bemoeien zich daar uitdrukkelijk mee, blijkt uit de cijfers die het Europees patentbureau EPO donderdag publiceerde. Huawei leidt, samen met het Zuid-Koreaanse Samsung, de ranglijst van Europese patentaanvragen.
Vaststaat dat voor 5G veel meer patenten aangevraagd zijn dan voor 4G, en dat Chinese bedrijven een cruciale bijdrage leveren aan die innovatieslag. Naast Huawei gaat het ook om netwerkbedrijf ZTE en telefoonmakers Oppo en Xiaomi. Huawei investeert het meest in onderzoek; op 100 miljard dollar omzet stak het bedrijf in 2018 ruim 15 miljard dollar (13,5 miljard euro) in onderzoek. Alleen Google, Amazon en Samsung – bedrijven met een veel hogere omzet dan Huawei – hebben een groter onderzoeksbudget becijferde financieel persbureau Bloomberg. Volgens critici krijgt Huawei daarbij veel steun van de Chinese overheid maar het bedrijf zelf ontkent dat. Als 5G zijn belofte waarmaakt dat het alles met alles verbindt, dan is de economische waarde van een standaardpatent groot.
Niet elke aanvraag leidt tot goedkeuring en getallen fluctueren per jaar. Of een patentaanvraag uiteindelijk een patent oplevert dat ‘essentieel’ is voor de standaard, is een proces dat drie of vier jaar kan duren.
Uit de analyse van IPlytics blijkt waarom de Amerikanen Huawei proberen af te remmen: Amerikaanse bedrijven hebben tot nu toe 14 procent van de 5G patentfamilies aangevraagd, minder dan China en Zuid-Korea (respectievelijk 33 en 27 procent). Europese bedrijven vroegen 16,8 procent van de 5G-uitvindingen aan.
In afzetmarkten waar Huawei geen producten kan verkopen, zijn geen gentlemen’s agreements meer mogelijk. Patentportfolio’s worden krachtmetingen tussen bedrijven. Als Huawei geen kans krijgt 5G-apparaten te verkopen, zal het naar andere middelen kunnen grijpen.
Amerikanen die eigen technologie ontwikkelen; 5G-software die los zou kunnen staan van Huawei, lijken een kleine slagingskans te hebben, omdat telecombedrijven minder geïnteresseerd lijken te zijn in weer een compleet ander systeem.